Het rendement van een ketelhuis geeft in een percentage weer hoeveel bruikbare energie (in dit geval verzadigde stoom) door de stoominstallatie wordt opgewekt in verhouding tot de hoeveelheid brandstof die erin wordt gestopt, met inbegrip van de condensaatretour. Het houdt geen rekening met de potentiële distributiewarmteverliezen in de leidingen, ontluchter, enz. van de stoominstallatie.
Het verbrandingsrendement geeft aan in welke mate de energie in de verbrande brandstof wordt omgezet in bruikbare warmte. Hoe beter de combinatie van brandstof en lucht tijdens de verbranding is, hoe efficiënter uw brandstofverbrandingsproces zal zijn. Uiteindelijk zullen uitlaatgassen altijd energieverlies veroorzaken, maar hoe beter u uw verbrandingsproces beheert, hoe minder energie er verloren gaat. Voor een nieuwe stoominstallatie wijkt het verbrandingsrendement zelden meer dan 1% af bij vergelijking van verschillende merken. Daarom wordt het in deze levenscyclusanalyse omwille van de eenvoud gelijk gehouden.
Schoorsteenverliezen komen overeen met het algemeen bekende verbrandingsrendement. Het geeft aan in welke mate de energie in de verbrande brandstof wordt omgezet in bruikbare warmte. Hoe beter de combinatie van brandstof en lucht tijdens de verbranding is, hoe efficiënter het verbrandingsproces zal zijn. Uiteindelijk zullen uitlaatgassen altijd energieverlies veroorzaken, maar hoe beter u uw verbrandingsproces beheert, hoe minder energie er verloren gaat.
Deze verliezen zijn het gevolg van warmte afkomstig van hete oppervlakken die via straling en convectie aan de omgeving verloren gaat. Meestal maken zij een bepaald percentage uit van het geïnstalleerd vermogen. Traditionele ketels met een groot vat verliezen veel energie aan de omgeving, vooral wanneer de eenheid bij lagere belasting werkt. Clayton's unieke en compacte waterbuisconstructie zorgt ervoor dat deze verliezen verwaarloosbaar zijn in vergelijking met een traditionele ketel.
Telkens wanneer een koude start in werking wordt gezet, heeft een ketel of stoomgenerator tijd nodig om de vereiste temperatuur en druk te bereiken voordat hij stoom kan produceren. Hoe groter de waterinhoud van de stoomketel, hoe meer energie er nodig is om stoom te produceren. Het watervolume in een Clayton stoomgenerator is aanzienlijk kleiner dan in traditionele ketels, waardoor de opstarttijd aanzienlijk korter is en de opstartverliezen dus kleiner zijn.
Een periodieke zuivering uitvoeren, bekend als spuien, van het voedingswater om de totale hoeveelheid aan opgeloste stoffen te controleren/beheersen is essentieel voor een optimale werking van elk soort boiler. Bij het spuien gaan echter warmte, water en chemicaliën verloren. Clayton's stoom/waterafscheider maakt spuien op een sterk geconcentreerde waterstroom mogelijk. Een Clayton stoomgenerator hoeft tot 7 à 8 keer minder stoom af te blazen dan conventionele ketels en beperkt zo het verlies van energie, water en chemicaliën.
Droge stoom is absoluut noodzakelijk wanneer stoom als warmtebron wordt gebruikt. De reden hiervoor is dat het de latente warmte van de stoom is die zal worden uitgewisseld in warmtewisselaars bij de klant. Overtollig water dat wordt meegevoerd door de stoom die de ketel verlaat, neemt niet deel aan de warmteoverdracht en kan daarom worden beschouwd als verloren energie. Als stoom 10% water bevat, wordt die stoom als 90% droog beschouwd. Stoom die door standaardketels en stoomgeneratoren wordt geproduceerd is ongeveer 93-96% droog en er is speciale apparatuur nodig om drogere condities te bereiken. Clayton's gepatenteerde hoogwaardige en geïntegreerde stoom/waterafscheider maakt het mogelijk een droogte van 99,5% te garanderen bij elke mogelijke belasting en belastingstoename.
De vraag naar stoom is meestal niet stabiel en kan sterk fluctueren. Daarom is het van cruciaal belang dat de stoomketel of stoomgenerator in staat is de belasting zodanig te moduleren dat aan deze schommelingen kan worden voldaan. Door het kleine watergehalte in Clayton stoomgeneratoren kan de eenheid snel reageren op sterk wisselende stoombehoeften. Bovendien kunnen Clayton units ook moduleren op de brander, blower en pomp om een volledig stabiele stoomproductie te garanderen en "stoom op aanvraag" te voorzien.
Vaak is de vraag naar stoom niet continu en komt het in cycli. Om de lange koude opstarttijden van conventionele ketels te vermijden, worden zij in warme stand-by gehouden. Alle energie die wordt gebruikt om de eenheid tijdens een stand-by op een bepaalde druk/temperatuur te houden, leidt ertoe dat die energie verloren gaat. Door de snelle opstartprocedure van een Clayton stoomgenerator is het niet nodig om deze in warme stand-by te houden en kan hij gewoon worden uitgeschakeld om energieverliezen tot een minimum te beperken.